Beslisboom

Wat betekent dat dan precies? Terwijl ik de vraag stel, glijdt mijn blik naar de beslisboom die ik gisteravond in elkaar heb geknutseld met een stom softwareprogrammaatje en nu voor ons op tafel ligt. De letters zijn te klein uitgevallen omdat ik zat te klooien met de printer.

Het papier is een chaos van pastelkleuren: zachte blauw-, geel- en rozevlakken die als eilanden door elkaar drijven. Tussen de vakken plakken plaatjes: een lampje, een sleutel die op een deur past. Wat een achterlijk format heb ik gepakt..

Linksonder staat een vrolijk mannetje, vinger triomfantelijk de lucht in: EUREKA. Zijn hand wijst naar de titel: Wat laat de MRI zien? Daarnaast begint de echte boom, in het pastelgeel: Is er een zenuw bekneld geraakt? Pijlen wijzen de weg: Ja. Nee.

"U heeft een nekhernia," zegt de dokter.

Met die woorden vlieg ik weg.
Door een jungle van doemscenario’s, waar alle stemmen in mijn hoofd tegelijk beginnen te kibbelen:

Zie je wel, ik zei het toch.
Maar dit wist je toch allang?
Wat betekent dat dan eigenlijk?
GODVERDOMME.
Had je maar niet die achterlijke crossfit moeten doen.
Dat komt door die val omdat je zo nodig weer wilde skiën.
Die ene sigaret.
Drie weken geen yoga gedaan.
Dat feestje tot vier uur ’s nachts.
Toekomst? Landbouwschool? Laat me niet lachen.
Een tweede camperbus bouwen? Hou op joh.
Wat is er nou belangrijk aan je rechterarm?
O ja: alles.
Straks krijg je uitval. Straks valt ‘ie eraf.
Niet meer koken. Niet meer.
Koken? Is dat echt het eerste wat je kan bedenken?
Applaus voor jezelf.
Goed weggestopt, maar ze halen je altijd in.

Na wat een eeuwigheid lijkt, land ik weer.
Op de plastic witte stoel. In het ziekenhuis.
Tegenover de neurochirurg die mij zojuist een nekhernia heeft aangepraat.

Mijn moeder kletst tijdens mijn afwezigheid rustig verder over de verzekeringskwestie die ook al elf jaar speelt. Ik voel de tranen prikken. Maar ook: helderheid.

"Wat zijn de opties?" vraag ik.

Hij is een chirurg, dus ja: snijden.
"Een nekhernia in C6 komt vaker voor," zegt hij. "Maar bij jou is het wat complexer. Er zit al materiaal in je nek. We zouden waarschijnlijk via de achterkant moeten opereren, en dan een staaf tegen de doornuitsteeksels plaatsen. Je levert wel wat in."

Ondertussen is hij ongemerkt gaan tutoyeren.

"Je draaivermogen in C1 en C2 blijft intact," legt hij uit. "Links en rechts kijken blijft dus kunnen. Want je hebt nu enige bewegingsbeperking toch?"

"Ja, dat klopt."

"Maar naar boven en beneden kijken zal flink beperkt raken als de staaf geplaatst wordt."

Het woord staaf blijft hangen.
Zoals een bal in een flipperkast.
Windows 98. Turbo-schot terug het veld in.

"Jezus dan word ik een soort robot. Mag ik dan ook een blauw lampje laten installeren op mijn hoofd dat aangaat als ik iets grappig vind?"

De dokter lacht niet, maar blijft sympathiek.
Veel sympathieker dan ik had verwacht na de strenge foto's die ik van hem had opgezocht op Google.

"Je kunt ook afwachten," zegt hij. "De meeste nekhernia's genezen binnen twee à drie maanden vanzelf."

"Maar ik loop er al een jaar mee rond. Het doet pijn. Meer dan normaal. Tijdens het klussen aan mijn camperbus verlies ik kracht die ik twee jaar geleden nog had."

"Yes, dat klopt inderdaad."

We vinden elkaar in het gesprek, ondanks alles.
Houd je groot. Kom op.

"Zijn er nog meer opties?"

"De pijnpoli. De zenuw lokaal platspuiten. Maar dat doet niks voor je nek of rug. Misschien verminderen de tintelingen in je arm. Maar de artrose stopt niet. Die wervels komen niet meer terug."

Hij kijkt me serieus aan.
"Ik zou een operatie aanraden."

Oogcontact is te moeilijk nu. Mijn blik glijdt naar de beslisboom tussen ons in. Mijn reddingsboei. Is er een zenuw bekneld? Ja. Ik volg het pijltje naar links. Welke behandeling is mogelijk? Daar splitst-ie weer in twee: Operatief? Niet operatief?

"Ik ben bang voor een operatie," zeg ik.
De boom was daar gestopt.

"Dat begrijp ik," zegt hij. "En ja, ik ben een chirurg. Het is mijn vak, maar je bent nog jong, 33. Ik wil echt het beste voor jou.” In één zucht gaat ie door: “Weet je wat: ik leg je situatie voor bij mijn collega's. Misschien zien zij iets wat ik over het hoofd zie. Ondertussen zoek ik de naam van een fysiotherapeut hier in Leiden. We plannen een telefonische afspraak. Laat het nieuws eerst maar bezinken. Het is niet niks."

"Ik loop even met je mee naar de balie."

Ik sta op.
Verwonderd over hoe klein hij eigenlijk is.

Hè kut.
Ik dacht eigenlijk dat het allemaal wel goed zou komen.

Vorige
Vorige

Human Design? Kook gewoon een ei

Volgende
Volgende

Thirta Quddus