Gepruts

Snelheid, controle en gemak. De supermarkt moet altijd je favoriete merk hummus hebben, je internetverbinding mag nooit haperen, en als je per ongeluk op "verzenden" drukt terwijl je mail nog vol typefouten zit, voelt het alsof de wereld vergaat – inclusief al je toekomstplannen.

Alles moet strak geregeld zijn: geen rommel, geen gedoe, geen fouten. Maar wat heeft al die perfectie ons eigenlijk gebracht? Helemaal niks, als je het mij vraagt. We hebben geen geduld meer, geen ruimte voor het onverwachte, en we raken al geïrriteerd als we bij het stoplicht een halve seconde moeten wachten omdat de auto voor ons te traag optrekt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het gevoel wanneer je op Google Maps ziet hoe je ETA van groen naar rood springt. File? Vertraging? Pure horror.

Misschien, heel misschien, lieve mensies wordt het tijd om inefficiëntie weer een beetje te omarmen. Want als alles vlekkeloos is, waar blijft dan het avontuur?

Zie alhier: een ode aan inefficiëntie – mijn ode aan gepruts.

Nee, dit inzicht kwam niet tot me door jaren te mediteren onder een boom of een retraite op Bali. Mijn aha-moment kwam toen ik besloot als kuddedier mee te gaan in een andere hippe trend: vanlife. Mijn eigen camperbus bouwen welteverstaan. Daarin wilde ik uiteraard wel uniek zijn of blijven – dus geen kant-en-klaar, prefab Instagram-busje. Nee, helemaal zelf, van kale wanden tot keukenblok. Het plan was simpel: een paar weken klussen en dan hop hop, de wijde wereld in.

Het duurde zeven maanden. Elke plank die ik zaagde, paste nét niet. De elektra gaf me koppijn. En om hulp vragen? Dat stelde ik stelselmatig uit, tot ik bijna een gat in de verkeerde wand boorde. Laten we zeggen dat ik die dag met mijn gescheld een hoop streetcredits verdiende bij de plaatselijke hangjeugd – niet slecht, voor een klusdag op het marktplein van Ankeveen bij mijn ouders.

Oh ja, bij mijn ouders ja. Want ik verhuisde op mijn 30ste tijdelijk terug naar huis om dit hele project überhaupt mogelijk te maken. En weet je wat? Het was fantastisch. Geen deadlines, geen druk. Als het een dag mis ging, maakte dat niets uit. Ik had het niet anders willen doen. Inefficiëntie leerde me iets wat je nergens kunt kopen: vrijheid.

Vrijheid om fouten te maken, om te klungelen, om niet de snelste of de beste te zijn. Vrijheid om te genieten van het proces (of de reis), in plaats van alleen maar naar het eindresultaat (de bestemming) te sprinten. Ja, die wijsheid staat niet voor niets op een tegeltje gedrukt. Waarschijnlijk de best verkochte, direct na live laugh love.

Maar hoe komt het toch dat we die wijsheid steeds vergeten? Want eerlijk, gepruts brengt dingen die efficiëntie ons nooit kan geven. Je pakt een verkeerde maat boor, en voor je het weet bedenk je een briljante (of compleet achterlijke) oplossing. Of je vergeet de knoflook in een gerecht, en ineens smeken je vrienden om dat simpele-maar-geniale-recept.’ De “klunzige” foutjes worden verhalen.

Weet je nog die keer dat je zelf je haar dacht te kunnen knippen, en eindigde met een pony waar zelfs je kat van schrok zoals hij van een komkommer schrikt? Iedereen lachte je uit, inclusief jijzelf. Of die keer dat je een Billy IKEA-kast zo scheef in elkaar zette dat je er een feestje omheen moest organiseren om je vrienden het te laten fixen – en eindigde met bier en pizza tot diep in de nacht.

Gepruts verbindt.

Het laat je mens zijn. En zeg nou zelf: wie wil er herinnerd worden als die persoon die alles perfect deed? Niemand schrijft op je grafsteen: "Had een brandschone inbox en een smetteloos strak dagschema." Maar "Zette een kast in elkaar met ducttape"? Dat onthoudt iedereen.

Denk eens terug aan wat je écht is bijgebleven. Was dat die keer dat je in de supermarkt al je boodschappen binnen vijf minuten bij elkaar had? Of die keer dat je je lijstje kwijt was, door de winkel dwaalde en aan de praat raakte met een oude bekende? Misschien was het niet efficiënt, maar wél waardevol.

Inefficiëntie is geen probleem. Het is een kans. Een uitnodiging om gewoon jezelf te zijn. Laat die bus maar te laat komen. Laat dat recept maar mislukken. (Wie denk je eigenlijk dat je bent, Yotam Ottolenghi?)

Het leven hoeft niet perfect te zijn – sterker nog, de mooiste momenten zitten juist in het geklungel en gepruts.

Vorige
Vorige

De digitale fata morgana

Volgende
Volgende

FF vooR-stellen