Hondenvoer

Een vriendin van mij zei ooit: waar emotie is, is geld te verdienen. Ze was net verloofd en vertelde het alsof ze een natuurwet had ontdekt.

“Ja lach maar," zei ze, "zodra je het woord huwelijk laat vallen, gooien ze ergens meteen 10% – nee, wat zeg ik – 20% commissie bovenop. Voor precies hetzelfde product, hè. Zelfde bloemen, zelfde locatie, maar zet er ‘wedding’ voor en bam, je mag huilend je pinpas trekken.”

Ik lachte haar als getuige lief toe, maar dacht ondertussen: waar héb je het over. Ik snapte überhaupt niet waarom mensen trouwen. Waarom ze er geld tegenaan smijten alsof ze er 40 kamelen en een vruchtbare dochter voor terugkrijgen. Waarom er wekenlang gezeik is over wie wel en niet mag komen, over vrijgezellenfeesten met gênante sjerpen en outfits die niemand ooit een tweede keer draagt.

Ik was zo’n type die dan als vrijgezel op een borrel stoer verkondigde dat ik niet geloofde in het huwelijk. En als je dan doorvroeg, kreeg je er gratis en voor niets nog een anti-monogamiebetoog bij. Dat het een sociaal construct was. Een bedenksel van de kerk om onze biologische driften te temmen. Om de samenleving in toom te houden.

En dan wilde ik iets zeggen over beschaving, maar vergat ik altijd dat klótewoord. Kwam ik midden in m’n vurige betoog niet verder dan: dat we anders... weet ik veel... poepend op straat zouden leven en seks met willekeurige vreemden in bosjes zouden hebben.

Anywho. Ik dacht dus dat ik het allemaal wist.

Maar sinds ik een hond heb, is alles anders.

Want ja, waar emotie is, is geld te verdienen. En nergens wordt er meer emotie in je gezicht gespuugd dan door iets met flaporen dat jou aankijkt alsof jij zijn hele universum bent.

Het vermarkten van emotie is nergens beter te zien dan in de schappen van de dierenwinkel. Neem alleen al hondenvoer. Het hebben van een hond brengt ineens duizend instituties met zich mee. Of religies, minstens.

Rauwe voeding. Geperst brok. Geëxtrudeerd. KVV. Vegan. Wild. Biologisch. Anti-graan. Pro-vacht. “Mijn hond kreeg dat ook, en toen ging z’n achterste open als een lentebloem,” roept iemand op een forum.

Ik kwam hier voor een riem. En nu sta ik, met zweet tussen mijn naad, te staren naar een muur van hondenvoer waar je de 20% commissie bijna vanaf ziet druipen.

Iedereen vindt wat anders. Iedereen weet het beter.
En jij wilt toch het beste voor je maatje. Of niet soms?

Nee.
Ik wil gewoon een touwtje.

Een simpel touwtje. Voor als hij zich weer als een bezetene op een verse kattenpoep stort. Alsof het een truffel is. Een klein, stinkend cadeautje, liefdevol begraven onder een laagje aarde, speciaal voor hem.

Nee alles wat ik koop, heeft een label. “Natuurlijk.” “Ecologisch.” “Verantwoord.” Alsof ik z’n persoonlijke lifestylecoach ben in plaats van iemand die gewoon wil voorkomen dat hij diarree krijgt van de kak van andere dieren (die waarschijnlijk niet het allerbeste van het beste voer voor hun maatje hebben gekocht).

En dan denk ik terug aan die bruiloften. De geloften. De taart. De commissie op geluk.

Het is exact hetzelfde mechanisme.

Alleen zit het nu aan een riem. En kwispelt het.

En ik?
Ik ben weerloos.
Want kijk nou.
Hij niest.

Misschien is hij toch allergisch voor synthetische manden…?

Vorige
Vorige

Carpetwrong

Volgende
Volgende

Een portret: Flora & Olav van Symbiose du Sol Vivante